Terwijl ik door een landschap rijd waarbij het niet moeilijk is je voor te stellen dat King Athur hier ooit met zijn leger doorheen kruiste dwalen mijn gedachten met een zekere melancholie af naar mijn ouders die hier jaren hebben gewoond en echte ‘Anglofiles’ zijn geworden. Jaren daarvoor al ging ik als jochie mee op vakantie met ze en beleefden we vele avonturen in sprookjesdorpen, kastelen en Manor Houses, reden langs meren en rivieren, door het diverse landschap, heuvelachtig en kleurrijk, romantisch en stoer. En logeerden in hotels, guesthouses, inns en B & B’s waar je de trappen en de planken hoorde kraken onder de dikke comfortabele vloerbedekking.
Zo herinner ik me dat we een kamer boekten in een hotel dat zo decor zou kunnenzijn voor een horrorfilm, een soort kasteel met groen-mossige buitenmuren, een reusachtige hal met enorme trap die statig naar het restaurant leidde dat op zijn beurt op een balzaal leek. We kregen zwaar leren menukaarten zo groot als twee A3 vellen gepresenteerd door een sjieke gastheer op leeftijd, waarbij aan de binnenkant zeg maar A5jes waren geplakt met het menu. En van dat menu was ‘unfortunately’ de helft niet voorradig. Toen heb ik maar geacteerd dat ik opeens heel ziek werd en ben, ondersteund door Pa & Ma met serieuze gezichten, die trap weer afgestrompeld en schaterend weggevlucht uit dit spookkasteel…
En hoe vaak genoten we niet van een ‘full English breakfast’, een ‘Pubmeal’, een ‘Afternoon tea’ of een ‘Carvery’, of stonden in de overvolle en toen nog rokerige pub van een dorpje met vier huizen en dromerige naam als ‘ Emery Dawn’ of ‘Newton Tony’ te lachen om de droogkomische humor van een Brit. Mooie tijden…. Beladen met deze herinneringen keer ik nu met camera terug in dit bijzondere en ietwat eigenwijze land waar je links rijdt, waar ze niet meedoen aan de Euro, waar de Wi-Fi verbinding meestal hapert, maar de mensen onverminderd vriendelijk zijn, het landschap nog altijd betoverend en de eetcultuur een enorme stap voorwaarts heeft gemaakt.
Jack ‘the Hat’ – chocolade salami uit een piepklein huisje in Stow on the Wold
Jacqueline was eigenlijk sociaal werker, maar koos kortgeleden voor een andere route, een sprong in het diepe, en begon haar eigen ‘bedrijfje’ vanuit haar keuken in een ieniemienie huisje in het hart van het dorp Stow on the Wold. Met haar chocolade salami hoopt ze zo succesvol te worden dat ze met het geld wat ze ermee verdient gevluchte huisdieren kan helpen, dat is de missie. In een oude schapenstal woont ze, 600 jaar oud, vroeger werden hier de schapen gehouden die om de hoek op het centrale pleintje, uiteraard met kerk en kerkhof, werden verkocht. Een struise vrouw is het, en met die typisch Britse humor van haar is het goed opletten want ze kan met een ‘stalen’ smoel de meest gekke dingen zeggen! Aangezien wij in ons team ook niet gespeend zijn van humor is de sfeer al snel op niveau! We duiken grinnikend haar keukentje in, cameraman en regisseur vouwen zich dubbel, en smelten witte chocolade wat vervolgens wordt gemengd met eiwit, boter crème, gedroogde frambozen, pistachenootjes, zelfgebakken minibiscuit en rozenextract. Dat verdwijnt drie uur in de koeling en wordt tot een soort worst gevormd ‘Goede’ ingrediënten gebruikt ze, dus Callebaut chocolade, natuurlijk rozenextract en dure pistachenootjes. En dat proef je! Intense smaak, waarbij mij opvalt dat de chocolade eigenlijk niet de boventoon voert maar meer wordt gebruikt als bindmiddel tussen de overige ingrediënten: de noten en biscuit zorgen voor crunch, de frambozen als zure tegenhanger van de zoete chocolade. Mooi om te zien dat Jacqueline op eigen kracht, vanuit haar eigen huis, met echte ingrediënten het lef heeft een ‘businessje’ op te bouwen.
Copas – de lekkerste kalkoen ooit, hoe komt dat??
Ja echt waar, ik zeg het niet snel, maar dit is de lekkerste tot nu toe.
Laat het me jullie uitleggen. Dieren die met de grootste zorg worden grootgebracht, in totale vrijheid leven, eten wat ze willen eten, enfin leven volgens de wetten van de natuur. Als ik een kalkoen was zou ik hier willen ronddartelen, op het zeer uitgestrekte land van de familie Copas. Zodra je de farm betreed voel je het al, en eenmaal binnen in het ietwat rommelige gezellige kantoor wordt het bevestigd: hier wordt kwaliteit nagestreefd door oprechte mensen. Zo gaaf om weer eens bevestigd te krijgen dat het KAN, commercieel zijn combineren met duurzaamheid en welzijn van dieren! Met de jonge gedreven boer Tom loop ik het heuvelachtige landschap in gevolgd door een paar honderd ‘cobbling’ kalkoenen (een Nederlands woord voor het geluid van kalkoenen bestaat niet!)
Aimabele dieren zijn het, enigszins eigenwijs en onderzoekend. Ik moet hard praten tijdens het interview om hun geluid te overstemmen terwijl ze ondertussen (buiten beeld!) knabbelen aan de onderkant van mijn jas. We hebben een gesprek over wat ‘free range’ nou eigenlijk betekent. Die vraag stel ik aangezien woorden als ‘authentiek’, ‘puur’, ‘echt’, ‘ambachtelijk’ en ‘eerlijk’ (ja hoe durven ze!) tegenwoordig worden ingezet als marketing instrument. Verder praten we over de visie van dit bedrijf en hoe het toch komt dat deze kalkoenen zo uitzonderlijk smaakvol zijn. Het bewijs wordt even later geleverd in de keuken, zodra wij een goed gevulde kalkoen (in Nederland geleverd door de firma Boers & Boers) uit de over trekken en aansnijden. Halleluja!
Wat is smaak toch een mooi spectrum, en wat is het toch prachtig dat dit soort boerderijen nog bestaan! Zo worden oprechte smaken doorgegeven aan volgende generaties.
Ik weet wel wat ik eet met de Kerst!
The Feathered Nest – Pub van NU
We kennen de klassieke Engelse Pub van TV of wellicht van een bezoek aan Engeland.
Het is de hoeksteen van de Britse eetcultuur, je kunt er niet omheen vind ik. Hier socializen lokale mensen onder het genot van bijvoorbeeld een ‘Ploughman’s Lunch’, een ‘Steak & Kidney pie’ vergezeld van een goede pint, liefst ook van de brouwerij uit t dorp. Maar er is iets gebeurd, er is een kentering gaande, een revolutie wellicht, op culinair gebied in het Koninkrijk, zowel in de grote steden als op het platteland. Mensen hebben hun interesse in eten uitgebreid en gaan op avontuur in de culinaire wereld.
Als je naar de hedendaagse Pub kijkt dan zien we zelfs Pubs met Michelin sterren en ‘Gastropubs’, zoals de Pub die ik vandaag bezoek, en waar Chef-kok Kuba, van Poolse afkomst, in de pannen roert, en hoe!
Op de menukaart prijken klassiekers maar ook zeer moderne gerechten. Zijn brigade van zes man opereert vanuit een professionele keuken waarin de magnetrons zijn vervangen door een ‘josper’ (hout gestookte oven/grill). Eerst toont hij zijn klasse door mij een ‘Fish n Chips’ in optima forma voor te schotelen; mooi knisperig deeg, ongelooflijk kraakverse kabeljauw, in perfectie gefrituurd, vergezeld van eigengemaakte frieten (3 x gefrituurd), tartaarsaus en een hemelse erwten ‘mash’ (a la minute gedraaid). Vervolgens toont hij zijn absolute vakmanschap door een ‘Grouse’ (Korhoen) te ontbenen die zojuist door lokale jagers is binnengebracht, en deze vogel, met de smaak van wild (haas?) te roosteren begeleid door eenvoudige groenten als selderij, aardappel en kool, een beauty van een gerecht dat niet zou misstaan in een sterrenhut!
Wat mij ook opvalt is dat de meeste van dit soort parels bijna onvindbaar zijn, verscholen in een van die sprookjesdorpen waar je zo langs rijdt! Je moet het echt weten te vinden, of van ‘horen zeggen’ hebben, en ik zie er een bewijs in dat mensen altijd en overal waardering zullen hebben voor echte kwaliteit. Gelukkig!
Rebellion beer – überlokale brouwerij met sociale impact
Hoe mooi is dat. Een brouwerij die alleen levert in een straal van 30 kilometer rond de brouwerij, werkt met hoofdzakelijk ingrediënten uit de omgeving, met regelmaat feestjes organiseert waarbij de opbrengst bijvoorbeeld naar een lokaal ziekenhuis gaat (onlangs nog 75000.- euro!) en als klap op de vuurpijl absolute jaloersmakende kwaliteit levert. Ook hier is de sfeer enorm vriendelijk, als een grote familie ‘mingelen’ werknemers en klanten van de brouwerij in de ruime winkel gelegen tegen de brouwerij aan. Hier mag alles geproefd worden uit houten vaten met als gevolg dat veel mensen met hun glas in de hand de verschillende soorten bier proeven, gezellig met elkaar keuvelen, en vervolgens enigszins aangeschoten met een paar dozen bier in de hand huiswaarts gaan. Geweldig! Prachtig staaltje oprechte gastvrijheid, gebaseerd op warmte voor de mensen om je heen.
Dan de brouwerij, want ik ben natuurlijk wel nieuwsgierig naar het product en de visie van de hoofdbrouwer Ed, met het uiterlijk van professor Barabas. Hij laat mij een geur ervaren die ik nog nooit heb geroken, echt!
De hop die wordt gebruikt als een van de basis ingrediënten is zo absurd aromatisch, zo vol van citroengras, kruidigheid, groen, aarde en diepte dat ik er bijna een joint van zou draaien. Wat een weergaloze geur. Maar alle ingrediënten die hier worden verwerkt zijn van extreem hoge kwaliteit en worden in balans gebracht door deze ‘bierfreak’. We proeven het bier in diverse stadia, erg leerzaam want je proeft inderdaad de ontwikkeling en rijping van deze drank. Uiteindelijk betreden we de proefruimte in de winkel en keuren het eindproduct. Man, man, man wat moet ik daar nou nog over zeggen, dat lukt niet! Kijk maar naar het programma of, beter nog, bezoek dit stukje Engeland!
Deze aflevering kwam tot stand met Boers&Boers
Ga snel naar de gerechten database om de heerlijke recepten van deze aflevering te vinden!